zaterdag 2 november 2013

Column 16 Friesch Dagblad

De trouwe lezer heeft er even op moeten wachten, maar hierbij dan toch de tekst van de column van vorige week in het Friesch Dagblad. Door ons weekje Nederland (de tekst van de column niet meegenomen...) waren we niet in de gelegenheid de tekst te plaatsen. Dus bij deze:


Even wat anders

De jacht op elanden is reeds een week aan de gang en dat merk je.
Onderweg naar “mijn plicht” heb ik verschillende groepjes jagers gezien met hun drijvers. Zo’n jacht op onschuldige elanden, al of niet met hun kalveren, lijkt wreed maar heeft toch haar noodzaak. Langs de snelwegen in Zweden staat bijna net zoveel hekwerk als dat er asfalt ligt en dat is niet voor niets. In een bosrijk land als Zweden heb je te maken met overstekend wild. Wildpassages zie je hier niet zoveel en ondanks het hermetisch afgesloten zijn van de natuurgebieden met de snelweg, zien de beesten toch kans openingen te vinden om zonder uit te kijken over te steken. Van wasbeertjes tot reeën, van vossen tot kleine zwarte beertjes, veel trieste slachtoffers van aanrijdingen met voertuigen vind je langs de weg. Er is een speciaal telefoonnummer dat je kunt bellen om de dode dieren te rapporteren waarop ze verwijderd worden. Ook elanden steken altijd onverwachts over en vormen dus een gevaar voor het razende verkeer. Toch kan een aanrijding met een snelheid van 110 km/h tegen een overstekende eland desastreus zijn. Behalve flinke blikschade en de schrikreactie van een aanrijding die alles nog erger kan maken, kan het binnendringen van een elandengewei in de cabine fatale gevolgen hebben. Statistieken wijzen uit dat het aantal aangereden elanden gelukkig wel daalt en dat heeft indirect te maken met de jacht.
Van de 300.000 elanden worden er op jaarbasis 100.000 afgeschoten. Dat afschieten gaat zeer gecontroleerd en professioneel. Alleen jagers met een jachtvergunning mogen op elanden jagen. Volgens strenge regels mag een jager alleen gericht schieten bij honderd procent raakkans en alleen dan wanneer de eland van de zijkant in de borst geschoten wordt. In dat geval is er geen overlevingskans voor de eland. Een door een schotwond geraakte eland sterft een pijnlijke dood wanneer hij het bos in vlucht. Ook wanneer moeder eland met haar jong binnen schootsafstand van de jager komt, moet eerst het jong geschoten worden met dezelfde hoeveelheid trefzekerheid en dan pas de moeder. Schiet je eerst de moeder, dan vlucht het kalf de bossen in en sterft een hongerdood.
Een geschoten eland wordt gerapporteerd, waardoor men het aantal gedode dieren in kaart kan brengen en geeft gelijk een globale telling van de, aan de jacht ontkomen, elanden aan. Een gedode eland wordt vaak ter plaatse ontdaan van de ingewanden. Dat gaat “vrij eenvoudig” omdat alle ingewanden in één groot vlies zitten en na het openen van de buikwand wordt het binnenste in één haal verwijderd. Dat blijft achter in het bos en is binnen twee dagen verdwenen. Een lekkernij voor andere bosbewoners. Het hart gaat naar de leider van de drijfjacht en de rest is voor de jager die het vaak evenredig verdeelt onder de jachtgroep. Het elandenvlees wordt de komende weken veelvuldig aangeboden. Wie dus wel eens wat anders wil eten dan Zweedse balletjes, komt goed aan bod!

Roel Heidema

Geen opmerkingen:

Een reactie posten