zaterdag 19 oktober 2013

Column 15 Friesch Dagblad

Nog even, dan is ons boek klaar :-) Gisteren alweer aflevering 15 van de columns in het Friesch Dagblad:

Jachtseizoen geopend

Vanaf 15 oktober heerst er in grote delen van Zweden de koorts om op elandenjacht te gaan. Meer dan 250.000 inwoners van dit Scandinavische land hebben naar dit moment toegeleefd. Het is een beetje vergelijkbaar met de ijskoorts in Nederland en de koortsachtige hoop op een Elfstedentocht. Niet alleen de mannen maar ook de vrouwen en de oudere kinderen en hun honden, kunnen niet wachten tot het begin van de herfst. Mensen nemen vrij van hun werk, kinderen krijgen vrij van school en winkels sluiten hun deuren.
In vroeger dagen was het noodzaak om op elanden te jagen om de vleesvoorraad op peil te houden. Nu jaagt men voornamelijk voor de natuurbeleving en het genieten van de gezamenlijke jacht. Een sociale gebeurtenis zou je kunnen zeggen. Voor velen is de elandenjacht een groter feest dan kerstmis! Zweden telt meer dan 300.000 elanden, waarvan er zo´n 100.000 jaarlijks worden afgeschoten. Natuurlijke vijanden van de eland zijn beren en wolven De mens moet er aan te pas komen om er voor te zorgen dat er geen elandenplaag komt. Elanden zijn grote beesten ter grootte van een paard. Ondanks hun grootte zijn het elegante viervoeters. Met hun lange poten lopen ze geruisloos door het bos. Door de lengte van hun poten lopen ze ook gemakkelijk door dikke lagen sneeuw. Slim zijn ze ook. Ze ruiken de jagers al op honderd meter afstand en ook met hun gehoor is zeker niets mis. Dat is hun voordeel want ze zien daarentegen weer heel slecht.
De jacht op een eland gaat vaak in groepjes van ongeveer tien personen. Jagers, drijvers, en andere belangstellenden op aanvraag. Schieten op elanden is slechts voorbehouden aan vergunninghouders en die moeten verantwoording afleggen aan een jagersverbond. Het aantal personen is niet alleen belangrijk voor de drijfjacht (en de “gezelligheid”) maar zie maar eens met een paar mensen een geschoten eland uit het bos te krijgen! De beesten wegen 800 kilo of meer. Het jagen gebeurt in percelen, nauwkeurig uitgezet op kaart. De drijvers worden door de jager gepost in uitkijkhutjes met nummers die op de kaart zijn weergegeven. Ze staan met elkaar in contact door walkie talkies en geven zo hun posities door aan de jager. Met hun honden, die getraind zijn om niet te blaffen, kan de drijfjacht beginnen. Het wachten voor de jagers begint. Om zichzelf te warmen, stoken ze een vuurtje in hun uitkijk/schuttershut. Dat kan, want ze zitten “onder de wind”. Wanneer een eland binnen schotsafstand is, luidt de regel dat de jager pas mag schieten als hij trefzeker is! De eland moet geschoten worden in de borst vanaf de zijkant. Het eerste schot moet raak zijn! De jacht begint tegen de avond en de drijvers kunnen makkelijk in het donker verdwalen. De eland is op eigen terrein en dat is in zijn voordeel.
Wie aan de jacht ontkomt, heeft het recht van leven!

Roel Heidema.
www.vilasig.com

zondag 13 oktober 2013

Column 14 Friesch Dagblad

Hieronder de tekst van column nr. 14 in het Friesch Dagblad, afgelopen vrijdag:

Van A(ardappel) tot Z(weedse balletjes)

Verandering van spijs doet eten. Soms is dat ook wel nodig, want naar artikelen die je in Nederland in de supermarkten vindt, zoek je vergeefs in Zweden. Neem bijvoorbeeld de hagelslag. Ik heb me zelfs laten vertellen dat de Zweden gruwen van de chocoladevariant als broodbeleg. Wel zie je hier een soort strooisel dat lijkt op hagelslag, maar in de meest vreemde kleuren van de regenboog. Dat dan weer over koek en gebak ook in de meest onappetijtelijke kleurstelling en dan “smullen” maar. Vanuit Nederland hadden we een grootverpakking van zestien doosjes meegenomen van de plaatselijke supermarkt, maar dat raakt ook een keer op. Het is geen ramp nu we ’s morgens geen “bruine jongens” op ons vers gesneden boterhammetje kunnen strooien, maar dat zijn toch kleine dingetjes die je soms kunt missen. Goede alternatieven zijn de marmelades en de pasta’s, maar het is anders. Wat we soms ook missen zijn frikadellen en kroketten! Frietjes en hamburgers te over want ook in Zweden staan de hoge palen met de gele “M” om de kilometer.
In een stadje zo’n vijftien kilometer van onze woonplaats staat een groot koopcentrum. Twee supermarkten aan elkaar gekoppeld met een centrale ingang. Linksaf naar de ICA, rechtsaf naar de COOP. Bijna identieke levensmiddelenwinkels en dus elkaars concurrenten, maar toch beide bestaansrecht. De COOP heeft een wat grotere non-food afdeling en zelfs een kleine bouwmarkt. Van een pak spijkers tot gemotoriseerde sneeuwruimers, van koeientongen tot ribbelchips… voor elk wat wils.
Wat ons in het bijzonder opviel toen we voor het eerst onze boodschappen haalden, was dat voornamelijk de vleesproducten in grootverpakkingen in de schappen lag.
Hamburgers gaan per tien stuks, gehakt gaat per kilo’s en worsten gaan per streng ter grootte van een sleepkabel. Ofwel men verwacht hier het hele jaar door een strenge winter met heel veel sneeuw, of een schermutseling tussen bepaalde volksstammen, een voorraad moet je in huis hebben. Je weet immers nooit……
Prettig is wel dat de supermarkten zeven dagen per week open zijn!
Als je een liefhebber bent van vis zit je in Zweden ook goed. In alle grootgrutters winkels zie je de vissoorten met glazige ogen je aanstaren. De zalm is hier wel het meest favoriet. Onze woonplaats Ljusne staat wijd en zijd bekend om de zalmvisserij door voornamelijk de sportvissers. De gevangen zalm (lax) die tegen de stroom van de stuw inzwemt, wordt direct van het leven beroofd door een klap met een kleine knuppel. Na het verwijderen van de ingewanden wordt de vis aan een spies geregen en in de gereedstaande rookkast gehangen. Hoe vers wil je ze hebben….?
Verder kun je hier een Hollandse pot koken als je daar behoefte aan hebt.
De grootste lekkernij voor de bevolking is de pizza. Ik heb mij verbaasd over het aantal pizzarestaurants in één straat. Variatie genoeg dus in het eetpatroon.

Roel Heidema.

zondag 6 oktober 2013

Column 13 Friesch Dagblad

Afgelopen vrijdag verscheen column nr. 13 in het Friesch Dagblad:

Werk in uitvoering.

Het vinden van werk in Zweden kan een hele toer zijn.
De werkeloosheid is erg groot. Eén op de vijf Zweden zit zonder werk. Dat is erg veel, en zicht op een verbetering van die situatie is er voorlopig niet. Jongeren trekken weg uit de buitengebieden en zoeken hun heil in de grote steden. De kans op werk is daar iets groter, maar toch, makkelijk is het daar ook niet. Het gaat niet goed met de economische welstand in Zweden. Men spreekt hier dan ook van: “Een welvaartstaat in verval!” De meeste kans op een betaalde baan heb je als je werkzaam bent in de gezondheidszorg of het transport. Werklozen worden ook niet echt gestimuleerd om werk te zoeken. Het “pampereffect” van de overheid is te groot. Dat komt een positieve mentaliteit niet ten goede. “Werken voor honderd euro in de maand meer als je een uitkering kunt krijgen met niet al te veel druk van een Arbeidsbureau?” Je kunt er je mening over hebben, maar de negatieve uitstraling naar jeugdige werkzoekenden is er wel degelijk. Zelf heb ik, als werkeloze, er wekelijks mee te maken. De toestroom van cliënten en potentiële cliënten naar het Arbeidsbureau is enorm. Wachttijden van een half uur tot een uur zijn normaal. Wachten tot de arbeidsconsulent je een baan aanbiedt is ook geen optie. Je moet zelf aan de bak en hard ook. Gelukkig heb ik via het arbeidsbureau een jobbcoach toegewezen gekregen die met raad en daad terzijde kan staan.
Wel afhankelijk van het soort werk dat je zoekt, gaat het solliciteren in Zweden ook anders. Voor specifiek opgeleid personeel is het belangrijk om te controleren of de behaalde diploma’s buiten Zweden wel geldig zijn.
Toch zijn er ook veel beroepstakken waar genoten onderwijs en behaalde diploma’s veel minder tot helemaal niet belangrijk zijn. Vaak kijkt men meer naar ambitie, persoonlijkheid, passie en werklust. Nu staan de Nederlanders in Zweden bekend als hardwerkende arbeidskrachten. Het schrijven van een sollicitatiebrief met uitgebreid CV heeft lang niet altijd het beoogde effect. Vaak komt zo’n open sollicitatie in een la terecht en je hoort nooit weer wat. Blijven bellen en vragen om antwoord. Een andere mogelijkheid en misschien wel met het meeste effect, is gewoon de hort op. Al of niet met een stapel CV’s gewoon aanbellen en vragen naar de personeelschef. Jezelf zo presenteren dat de nieuwsgierigheid geprikkeld wordt en je een uitnodiging krijgt voor een gesprek.
Nu is die manier van solliciteren misschien niet voor iedereen weggelegd, maar op die manier heb ik een voet tussen de deur gekregen bij een gemeentelijk bedrijf.
Inmiddels heb ik al een tweede voet ernaast gezet en gestaag gaat de rest van het vege lijf naar binnen. Want behalve het spreken van de taal, is het hebben van een baan een vereiste, wil je vaste voet aan de Zweedse grond krijgen.    

Roel Heidema
www.vilasig.com