zaterdag 18 januari 2014

Column 27 Friesch Dagblad

Gisteren weer een aflevering in het Friesch Dagblad:

Werkwillig

Al eerder schreef ik over de grote werkloosheid in Zweden. In het zuidelijk deel van Zweden, waar zes van de negen miljoen mensen wonen, maak je nog de meeste kans op werk. Daar is de grootste bedrijvigheid met de meeste activiteiten, maar het grote aantal mensen maakt de spoeling weer dunner. Toch trekt de meeste jeugd richting de grote steden om daar werk te vinden. In het middendeel van Zweden is het helemaal een kopzorg als je geen werk hebt. Het gaat niet goed met de Zweedse economie. Men spreekt van: “een welvaartstaat in verval!” Is het voor de Zweedse autochtoon  al moeilijk om een betaalde baan te vinden, voor de immigrant is het al helemaal een crime. De vacatures die er zijn worden bij voorkeur ingevuld door Zweedse werkzoekenden. Maar van de lucht kan niemand leven, dus we bleven maar de vacaturebank van het Arbeidsbureau doorspitten en tegelijkertijd naar school om de |Zweedse taal te leren. Spreek je geen Zweeds dan heb je absoluut geen kans op de arbeidsmarkt. Na een jaar van studeren en zoeken heeft het nieuwe jaar ons nieuwe kansen gegeven. “Als de nood het hoogst is, is de redding nabij”, pleegt men wel te zeggen. Wat ons betreft klopt dat als een zwerende vinger. Na een aantal maanden trouw de Zweedse lessen gevolgd te hebben en aansluitend een stageplaats genoten te hebben, is er eindelijk een betaalde baan voor ons! De één op een basisschool 15 km van ons dorp, de ander in een zwembad 75 km verderop. Dat was op het juiste moment, want als je een jaar lang op je financiële reserves leeft, gaat de tijd je inhalen. We waren beide wat verzadigd van het onderwijs in Nederland, maar nu we terug zijn in ons oude vak weten we waarom we altijd met zoveel plezier ons werk gedaan hebben. De uitdagingen die we hier in Zweden weer aangaan samen met de kinderen van de basisschool en het zwembad, maken dat we elke dag met goede moed en vooral goede zin de arbeidsvloer weer opgaan. Ondanks dat we hetzelfde werk doen als tijdens onze stageplek is het toch anders. De gedachte dat er nu weer een maandelijks geldstroompje binnenkomt, maakt dat de toekomst er een stuk aangenamer, vrolijker maar vooral bestendiger uitziet. We willen proberen om ons kleine bedrijfje van het verhuren van het zomerverblijf, uit te breiden met trekkershutjes, een extra zomerverblijfje, een kleine tentencamping en de nodige faciliteiten om campergasten te ontvangen. Al die zaken vragen investeringen en daar kunnen we nu handen en voeten aan geven. Voor ons zelf hoeven we niet zoveel. We zijn niet veeleisend. Als je je plekje hebt gevonden om te leven én te werken, heb je aan heel weinig genoeg.
Het nieuwe jaar is voor ons echt goed begonnen en een goed begin………… is het halve werk!

Roel Heidema
www.vilasig.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten