dinsdag 3 september 2013

Column 8 Friesch Dagblad

Hieronder de tekst van de vorige column, geplaatst op vrijdag 30 augustus:


Het naseizoen is erg geschikt voor zaken waaraan je in het hoogseizoen niet toekomt. Neem bv. eventuele reparaties aan verhuurde vakantiewoningen, trekkershutjes en dergelijke. Als je gasten hebt ga je niet het dak op om een dakgoot te repareren en schoon te maken. Ook karweitjes met klopboormachines moet je uitstellen tot je geen gasten meer hebt. Schoorstenen moeten geveegd, kachels moeten van hun plaats en alle rookkanalen, buiten de bouwkundige pijp om, moeten schoon.
Ondanks dat wij “schoon” hout stoken, géén hout dus met verfresten en andere vervuilende stoffen, heb je na een stookseizoen roet en aanslag in de pijp.
Dat wordt wel creosoot genoemd en houd je de rookkanalen niet schoon, loop je kans op schoorsteenbrand! In een volledig van hout opgetrokken huis wil je dat zeker voorkomen. Het is geen prettig gezicht als je een afgebrand houten huis ziet met alleen de gemetselde schoorsteen nog overeind. Vaak is er geen houden aan; voordat de brandweer arriveert, heb je alleen nog een rokende puinhoop over. Bovendien is het vegen van schoorstenen bij de meeste verzekeringsmaatschappijen verplicht. Als de oorzaak van een afgebrand huis de niet geveegde schoorsteen is, keert de maatschappij vaak niet uit. Zaak is dus om de schoorsteenveger twee maal per jaar te laten komen. Eenmaal voor het vegen en eenmaal voor een controle vóór het stookseizoen begint. Je krijgt na elke veegbeurt een certificaat, dat je kunt tonen na een calamiteit.
Ook maken de Zweden hun tuin al winterklaar, voordat die bedekt wordt met een laag sneeuw. Nu bestaat onze tuin hoofdzakelijk uit gras en dat moet voorlopig met wekelijkse regelmaat kort gehouden worden. Met temperaturen overdag boven de twintig graden en ’s nachts een licht buitje, blijft het groen maar groeien. Verder wordt nog niet aan de winterperiode gedacht, want die is hier lang genoeg. Nog steeds genieten wij (de Zweden dus) van het mooie nazomerweer.
De barbecue blijft zo lang mogelijk paraat en van vele huisterrassen zie je de zwarte kast, die de geur van hamburgers en worst verspreidt, nog roken.
Ook de vers gevangen zalm en andere vissoorten vallen ten prooi aan de onverbiddelijke kooltjes vuur onder de roosters. Tot laat in de avond, vooral weekends, zie je de autochtonen genieten van het mooie nazomerweer, met wollen mutsen tot ver over hun oren en warm gekleed. Alles onder het motto: “Rekken en er bijblijven!” Voor wat betreft het weer hebben we absoluut niet te klagen. Er heerst hier een landklimaat, d.w.z. relatief warme zomers en koude winters. Nu is dat geen geschreven wet, want niets is veranderlijk dan het weer. Vorig jaar was de zomer niet om over naar huis te schrijven. Veel regen, weinig zon en dus temperaturen waardoor je eigenlijk niet van een zomer kunt spreken.
Zolang mogelijk genieten dus van “de koperen ploert!” Wij spreken dan ook niet van een naseizoen, maar van een verlengd hoogseizoen!   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten