zondag 2 maart 2014

Column 32 Friesch Dagblad

De tekst van column nr. 32 in het Friesch Dagblad was nog niet op ons weblog geplaatst. Bij deze...


Hout

Zweden is het land van het hout. Vooral in Midden-Zweden is het zeer dicht bebost.
Zover het oog reikt, houdt het hout niet op.
Het is overwegend naaldhout maar ook loofbomen zijn talrijk aanwezig.
Om een idee te krijgen hoeveel bomen er groeien in Zweden, moet je rekenen dat vijfenzeventig procent van de totale oppervlakte van het land bedekt is met het lommerrijke groen. Neem daarbij in gedachten dat Zweden veertig maal groter is dan Nederland, wees dan blij met het “weinige” bos dat Nederland rijk is.
Bij mij in het dorp staan twee houtverwerkende fabrieken. De één maakt van de boomstammen gebruiksklare producten als palen, planken, balken e.d., de andere fabriek maakt van het aangeleverde hout papier, karton en aanverwante artikelen.
Als de wind verkeerd staat word je er aan herinnerd dat er nog wel degelijk industrie in het dorp is. Ljusne was rond 1920 een zeer welvarende streek met veel houtverwerkende industrie. Dat is vandaag de dag wel anders. De treurige restanten van de eens zo bloeiende economie ontsieren het aanzicht van het dorp enigszins, maar ook dat is de voortschrijdende welvaart. Om de vijftien minuten komt er een volle vrachtwagen met aanhanger voorbij, afgeladen met boomstammen om één van beide fabrieken te bevoorraden. Gelukkig wel op een afstand dat ik er geen last van heb, maar in deze tijd waarin de bomen kaal zijn en ook de bebossing erg dun is, vallen ze wel op. Tot zeker een uur of drie ’s nachts rijden ze af en aan. Vol heen, leeg terug. ’s Morgens om vijf uur begint de volgende ploeg alweer te rijden. In de zomermaanden is het beduidend minder met de aanvoer en dat heeft te maken met de seizoengebondenheid van de kap. De winter en het najaar zijn de meest geschikte momenten om de bomen te kappen. De groei ligt dan stil en dat geeft de beste kwaliteit hout. De frequentie van de afgeladen trucks zet je wel aan het denken. “Er moet toch op een gegeven moment een open plek ontstaan?” Er zit wel degelijk een beleid achter het houtvesten in Zweden en het is bij wet geregeld. Waar gekapt is, wordt opnieuw geplant. Zo ontstaat een vicieuze cirkel en blijft de hoeveelheid bomen in stand. Dat is niet altijd zo geweest. Rond 1600 waren er gelukkig landbestuurders die begrepen dat je niet ongestraft kunt blijven snoeien tot op maaiveldhoogte zonder herbeplanting. Natuurlijk werd er in die tijd nog niet zo industrieel gekapt als nu, maar de bestuurders waren blijkbaar goede visionairs. Aan hen hebben we te danken dat Zweden één van de groene harten van deze planeet is en daar geniet ik dagelijks van. Er is geen kleur groen of er is wel een variant van…………prachtig!
Ik woon nog maar goed een jaar in al dit natuurschoon, zou ik er over vijftig jaar nog zo over denken? Ik denk het wel!

Roel Heidema

Geen opmerkingen:

Een reactie posten