De tekst van column nr. 32 in het Friesch Dagblad was nog niet op ons weblog geplaatst. Bij deze...
Hout
Zweden
is het land van het hout. Vooral in Midden-Zweden is het zeer dicht bebost.
Zover
het oog reikt, houdt het hout niet op.
Het is
overwegend naaldhout maar ook loofbomen zijn talrijk aanwezig.
Om een
idee te krijgen hoeveel bomen er groeien in Zweden, moet je rekenen dat
vijfenzeventig procent van de totale oppervlakte van het land bedekt is met het
lommerrijke groen. Neem daarbij in gedachten dat Zweden veertig maal groter is
dan Nederland, wees dan blij met het “weinige” bos dat Nederland rijk is.
Bij mij
in het dorp staan twee houtverwerkende fabrieken. De één maakt van de
boomstammen gebruiksklare producten als palen, planken, balken e.d., de andere
fabriek maakt van het aangeleverde hout papier, karton en aanverwante
artikelen.
Als de
wind verkeerd staat word je er aan herinnerd dat er nog wel degelijk industrie
in het dorp is. Ljusne was rond 1920 een zeer welvarende streek met veel
houtverwerkende industrie. Dat is vandaag de dag wel anders. De treurige
restanten van de eens zo bloeiende economie ontsieren het aanzicht van het dorp
enigszins, maar ook dat is de voortschrijdende welvaart. Om de vijftien minuten
komt er een volle vrachtwagen met aanhanger voorbij, afgeladen met boomstammen
om één van beide fabrieken te bevoorraden. Gelukkig wel op een afstand dat ik
er geen last van heb, maar in deze tijd waarin de bomen kaal zijn en ook de
bebossing erg dun is, vallen ze wel op. Tot zeker een uur of drie ’s nachts
rijden ze af en aan. Vol heen, leeg terug. ’s Morgens om vijf uur begint de
volgende ploeg alweer te rijden. In de zomermaanden is het beduidend minder met
de aanvoer en dat heeft te maken met de seizoengebondenheid van de kap. De
winter en het najaar zijn de meest geschikte momenten om de bomen te kappen. De
groei ligt dan stil en dat geeft de beste kwaliteit hout. De frequentie van de
afgeladen trucks zet je wel aan het denken. “Er moet toch op een gegeven moment
een open plek ontstaan?” Er zit wel degelijk een beleid achter het houtvesten
in Zweden en het is bij wet geregeld. Waar gekapt is, wordt opnieuw geplant. Zo
ontstaat een vicieuze cirkel en blijft de hoeveelheid bomen in stand. Dat is
niet altijd zo geweest. Rond 1600 waren er gelukkig landbestuurders die
begrepen dat je niet ongestraft kunt blijven snoeien tot op maaiveldhoogte
zonder herbeplanting. Natuurlijk werd er in die tijd nog niet zo industrieel
gekapt als nu, maar de bestuurders waren blijkbaar goede visionairs. Aan hen hebben
we te danken dat Zweden één van de groene harten van deze planeet is en daar
geniet ik dagelijks van. Er is geen kleur groen of er is wel een variant
van…………prachtig!
Ik woon
nog maar goed een jaar in al dit natuurschoon, zou ik er over vijftig jaar nog
zo over denken? Ik denk het wel!
Roel
Heidema
Geen opmerkingen:
Een reactie posten