Jachtseizoen geopend
Vanaf
15 oktober heerst er in grote delen van Zweden de koorts om op elandenjacht te
gaan. Meer dan 250.000 inwoners van dit Scandinavische land hebben naar dit
moment toegeleefd. Het is een beetje vergelijkbaar met de ijskoorts in Nederland
en de koortsachtige hoop op een Elfstedentocht. Niet alleen de mannen maar ook
de vrouwen en de oudere kinderen en hun honden, kunnen niet wachten tot het
begin van de herfst. Mensen nemen vrij van hun werk, kinderen krijgen vrij van
school en winkels sluiten hun deuren.
In
vroeger dagen was het noodzaak om op elanden te jagen om de vleesvoorraad op
peil te houden. Nu jaagt men voornamelijk voor de natuurbeleving en het
genieten van de gezamenlijke jacht. Een sociale gebeurtenis zou je kunnen zeggen.
Voor velen is de elandenjacht een groter feest dan kerstmis! Zweden telt meer
dan 300.000 elanden, waarvan er zo´n 100.000 jaarlijks worden afgeschoten.
Natuurlijke vijanden van de eland zijn beren en wolven De mens moet er aan te
pas komen om er voor te zorgen dat er geen elandenplaag komt. Elanden zijn
grote beesten ter grootte van een paard. Ondanks hun grootte zijn het elegante
viervoeters. Met hun lange poten lopen ze geruisloos door het bos. Door de
lengte van hun poten lopen ze ook gemakkelijk door dikke lagen sneeuw. Slim
zijn ze ook. Ze ruiken de jagers al op honderd meter afstand en ook met hun
gehoor is zeker niets mis. Dat is hun voordeel want ze zien daarentegen weer
heel slecht.
De
jacht op een eland gaat vaak in groepjes van ongeveer tien personen. Jagers,
drijvers, en andere belangstellenden op aanvraag. Schieten op elanden is
slechts voorbehouden aan vergunninghouders en die moeten verantwoording
afleggen aan een jagersverbond. Het aantal personen is niet alleen belangrijk
voor de drijfjacht (en de “gezelligheid”) maar zie maar eens met een paar
mensen een geschoten eland uit het bos te krijgen! De beesten wegen 800 kilo of
meer. Het jagen gebeurt in percelen, nauwkeurig uitgezet op kaart. De drijvers
worden door de jager gepost in uitkijkhutjes met nummers die op de kaart zijn
weergegeven. Ze staan met elkaar in contact door walkie talkies en geven zo hun
posities door aan de jager. Met hun honden, die getraind zijn om niet te
blaffen, kan de drijfjacht beginnen. Het wachten voor de jagers begint. Om
zichzelf te warmen, stoken ze een vuurtje in hun uitkijk/schuttershut. Dat kan,
want ze zitten “onder de wind”. Wanneer een eland binnen schotsafstand is,
luidt de regel dat de jager pas mag schieten als hij trefzeker is! De eland
moet geschoten worden in de borst vanaf de zijkant. Het eerste schot moet raak
zijn! De jacht begint tegen de avond en de drijvers kunnen makkelijk in het
donker verdwalen. De eland is op eigen terrein en dat is in zijn voordeel.
Wie aan
de jacht ontkomt, heeft het recht van leven!
Roel
Heidema.
www.vilasig.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten